Terwijl ik leefde en droomde van
onbekende mensen, onontdekte werelden
lag jij schijnbaar hulpeloos gestrekt
te overwinteren in parelwitte bedden
met dat nieuwe spoor van leed over je lijf.
Met mijn vingers volg ik uiterst geconcentreerd
je nieuwe huid, met mijn geest je nieuwe wezen.
Ik ken je nu; ik ben er, ik ben er voor je.
Kalmerend verwarm ik je oude wond en
trek een langgerekt spoor van kusjes over je buik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten