Strange world

Strange world

10 juni 2008

Vermoeiend..

Op sommige dagen word ik behoorlijk moe van mezelf. Niet alleen heeft dat te maken met het feit dat ik frustraties zo hoog kan laten oplopen dat ik totaal onverwachts ineens ontplof, maar ook met het besef dat iets simpelweg nooit goed genoeg kan zijn en mijn perfectionisme me continu in de weg staat. Ook kleine ervaringen die eigenlijk vrijwel betekenisloos zijn kunnen in mijn hoofd opgeblazen worden tot massieve problemen waar geen oplossing voor denkbaar is. In enkele gevallen ben ik in staat de situatie te laten voor wat het is en door te gaan met waar ik eerder mee bezig was, dingen waar ik me daadwerkelijk mee bezig zou moeten houden als ik me verveel; het tellen van lantaarnpalen onderweg, het bestuderen van opvallende personages op het terras, of het bedenken dat ik toch echt mijn haar had moeten wassen de voorgaande avond.

Vanochtend was het weer zover, sterker nog, ik wíst simpelweg al toen ik uit bed stapte dat ik me vandaag opnieuw zou gaan vermoeien met nutteloze gedachten en ideeen. En jawel.
Situatie: Ik fiets naar college, passeer een vuilniswagen in vol ornaat. Reactie: geen. 0. niets. En direct flitste er door mijn hoofd ‘okeeee.. en waarom werd er niet gereageerd?’ De rest van de route kon ik het idee maar niet van me af zetten dat ik officieel té onaantrekkelijk was geworden, zo onaantrekkelijk dat zelfs de half-ontklede vuilniswagenjongens hun neuzen voor me ophaalden. (Omgekeerd was ik waarschijnlijk net zo gefrustreerd geweest wanneer er wel schril gefluit had geklonken, of wanneer ik schaamteloos werd nageroepen. In dat geval hadden mijn hersenen me hoogstwaarschijnlijk wijsgemaakt dat ik officieel zó afstotelijk was geworden dat ik in dezelfde categorie vrouwen was beland waaruit vuilnismannen hun keus maken. Maar dat terzijde). Niet dat ik principieel iets heb tegen vuilnismannen, maar een halfnaakte kerel met een pet achterop een stinkende wagen is nou niet direct mijn moderne ideaalbeeld van een heerlijk ruikende prins op een schoon, wit paard.

Als ik mijn grootmoeder moet geloven ben ik op mijn 23ste uitgerangeerd met geen enkele kans meer op een goeie vent, dus ik moet tempo maken wil ik niet kinderloos en alleen sterven tussen vijfentwintig katten. En ik ben een beetje de tel kwijtgeraakt, maar de afgelopen weken ben ik zeker vijf, zes, zeven, acht oude bekenden tegengekomen die net een kind hadden gebaard of op punt van ontploffen stonden. Ik bevind me op dit moment niet eens in een relatie. Mijn laatste potentiële toekomstige echtgenoot verschilde van me als dag en nacht. Hoe romantisch wellicht ook, in de praktijk werkt het voor geen meter. Hij en ik zijn het levende bewijs. Na de eerste leuke, nieuwe maanden, was er een diep, zwart gat. Geen overlappende interesses, geen gedeelde herinneringen, geen overeenkomstige levenservaring, geen..niks. We keken niet naar dezelfde films, want hij houdt niet van bloed en thrillers. En ik vertik het om elke keer naar een sf/fantasy te gaan. Of zoiets onbenulligs als samen tv-kijken, het lukte ons niet. Hij baalde als ik misdaadseries of wielrennen wilde zien, hij hield uberhaupt niet van tv. Hij hield niet van vragenspelletjes als Triviant, ik begreep er geen hond van dat hij verslingerd was aan role-playing-games als D&D. Uitgaan? Hij houdt van headbangen op rock en geschreeuw, ik van chillen op lounge. Politiek? Hij haat Mark Rutte, ik vind m best oké. Mijn huis? Opgeruimd, leeg en schoon. Zijn kamer ziet eruit alsof er een bom is ontploft. Familie? Ik zie de mijne nooit, hij gaat naar iedere verjaardag. Ach, zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan, maar het komt erop neer dat we niet voor elkaar bestemd waren.

Gelukkig heb ik nog wel een aantal potentiëlen aan het lijntje, en in geval van nood is ook het merendeel van mijn vrienden mannelijk. Want ik zou toch liever niet elke ochtend mijn echtgenoot uitzwaaien met zijn blote bast op een vuilniswagen omdat ik voor mijn 23ste niets aan de haak kon slaan.