Strange world

Strange world

8 februari 2013

Musk


In de bus was het bedompt en klam, doordat mensen zich er met het natte weer in hadden verschanst, maar ik rook het zodra ik mijn paraplu dichtklapte en binnenrolde. Musk. Terwijl ik een plaats achterin het voertuig zocht spiedde ik om me heen om te ontdekken wie de geur verspreidde, maar kon de bron niet vaststellen. Jammer, want de geur bracht een mooie herinnering terug waarvan ik dacht dat ik hem allang was vergeten.

Ik geloof dat ik een jaar of zeventien was, maar het kan ook eerder zijn geweest. Ik ging in ieder geval destijds nog niet zo vaak op stap.We verzamelden ons in een groep in het park achter mijn huis, of in iemands - ouderloze - woonkamer. We dronken bacardi-cola, apfelkorn, dropshot en passoa, al dan niet met jus. Tegen middernacht stapten we op de fiets richting het enige uitgaanscentrum waar je op die leeftijd terecht kon, en legden de ca. 10 km af alsof het niet zoveel voorstelde. Nog niet zo lang geleden moest ik de route noodgedwongen nog eens afleggen per fiets, maar ik geloof niet dat ik ooit zo op een stuk fietspad heb gezwoegd. Wellicht scheelde het dat we in die tijd flessen sterke drank achterop de fiets meenamen. Bij aankomst waren ze altijd leeg, samen met ten minste een van de banden.

Hoe dan ook, het was zo’n uitgaansgelegenheid waar eigenlijk niet veel aan was, maar waar je uit pure verveling toch veel te lang bleef hangen. Omdat je er vanaf je zestiende al binnen mocht en iedereen in de wijde omgeving dat dus ook deed, was het niet echt gebruikelijk dat je er nog kwam wanneer je de achttien was gepasseerd. De dansvloer was rokerig en afgetrapt en aan de linkerkant van de zaal bevond zich een podiumpje, met geschilderde palmbomen op de achtergrond en een paal in het midden.

Op een van die avonden was ik in behoorlijk beschonken toestand dwars over de dansvloer naar de achterwand van de zaal geschuifeld. Hoe ik hem exact ontmoette weet ik niet, maar ik heb die avond daar urenlang met een jongen doorgebracht. En het bizarre is dat ik me naderhand zijn gezicht nooit heb kunnen herinneren. Wel zijn geur. Musk. Of het dat echt is weet ik niet eens, ik ken de geur niet. Maar het deed me temidden van die groep dansende en zwetende leeftijdsgenoten denken aan groen, aan bos, houtschilfers en mos - een geur die voor mijn gevoel naadloos aansluit bij het woord (of gevoel?) ‘musk’.

Ik had nooit meer aan die schimmige ontmoeting gedacht tot ik het die ochtend rook. Het had zomaar gekund dat een van de jongens in de bus dezelfde was als die avond in de kroeg, 8 jaar geleden en zo’n 150 kilometer verderop, maar al was het zo dan kom ik daar nooit achter. Het houdt me dus al een tijdje bezig hoe het kan dat je van een ervaring die zo intens is, zo weinig kan opslaan. Is dat puur een effect van de alcohol of wil het universum me er iets mee vertellen?

Ik geloof trouwens dat het gebouw inmiddels is afgebrand. Van buiten is dat niet eens direct te zien. Altijd al staken er stukken hout uit de gevel waarvan je geen idee had waar ze voor dienden, en de ruiten waren smerig. Maar het opmerkelijke aan een pand dat in vlammen opgaat is dat die de herinneringen niet verslinden - de plakkerige, rokerige en onbestemde herinneringen van opgroeiende zeventienjarigen die aan de ontzette blikken van hun ouders willen ontsnappen. Op het bot genomen is daaraan ook eigenlijk weinig veranderd.