Strange world

Strange world

29 september 2010

Over zekerheid

Ik voel me als iemand met een rol in het leven, zoekende naar een andere, nieuwe rol, maar die door onzichtbare machten geketend blijft aan oude patronen. Duizend denkbeelden leveren geen enkele krachtstoename op om oude kettingen te breken. Dat blijkt ook uit de relaties waarin ik verzeild raakte. Ik ben, na al die pogingen, nog steeds in de verste verte niet in staat om in te schatten wat er omgaat in het hoofd van een man. Niet dat mannen zelf weten wat er omgaat in hun hersenen. Het is één ding om de gedachten van een man te moeten lezen, maar het is iets heel anders om ze aan hem voor te moeten lezen. Voor mannen is het feit dat de relatie bestaat voldoende teken van betrokkenheid. Als in dit voorbeeld het plannen van een bruiloft aan de man werd overgelaten, regelden ze de hele toestand als ze wakker werden en stonden ze te laat bij de verkeerde kerk in een boxershort van de vorige dag.

Maar in ditzelfde voorbeeld weet ook ik het eigenlijk niet zo goed. Wat nu? Ik ben echt geen instabiele gek die zich van kant wenst te maken, daar ben ik tot depressie aan toe te gelukkig voor momenteel. Dat verdomde optimisme ook altijd, het is bijna misselijkmakend. Eerlijk gezegd ben ik zelfs te lui om ’s avonds in bed gaan liggen piekeren, maar zelfs dat zou op het bot genomen in principe net zo goed pure overlevingsdrang kunnen zijn. Slapen omdat het nou eenmaal makkelijk is, en zo hoort. Omdat me dat zo is aangeleerd.

Mijn geest wordt beheerst door meer van deze idee-fixen en boekenwijsheden. Ik laat me leiden door een mozaïek van waarden en normen, die ik al volgde voor ik er erg in had. Gewoonten, emoties en onbewuste beweegpatronen bepalen voor het leeuwendeel wat ik doe. Tot voor kort had ik zelfs geen notie wat ik wilde of zelfs wat wil inhoudt. Jaloers blikte ik om me heen en zag tevreden lachende familie, collega’s en vrienden, met een duidelijk doel voor ogen en met mooie zingeving. De manier waarop ze staan voor hun belang en in staat zijn om idealen en principes soms los te laten zodat andere eigenschappen en interesses zich kunnen ontwikkelen, confronteerde mij met mijn eigen ongerichte situatie. Van lieverlee ben ik op zoek gegaan naar redenen waarom ik zoiets ogenschijnlijk simpels als ‘weten wat je wilt’ niet beheers. Uiteraard heb ik wel antwoorden gevonden, maar iedereen vindt zijn eigen antwoorden. Wat is het waard als een antwoord alleen in je eigen straatje past? Mijn besluiteloosheid wordt er slechts door aangewakkerd. Dan is het vreemd dat ik nu te boek sta alsof ik dingen zeker weet. Althans, ik weet feiten van dwalingen te scheiden, ik weet wanneer dingen gekleurd zijn door persoonlijke belangen en verlangens, maar kom daarmee niet verder dan ontkenningen van het ware weten.

Ik denk daarom dat ik niet verstandig ben. Ik heb mezelf alweer behoorlijk klemgeleefd en moet wederom mezelf ontkennen. Dat is mijn lot, want ik zie blijkbaar altijd waarheid in tegenstrijdige standpunten. Bescheidenheid siert, zegt men, en ik walg er ook van als iemand met zelftevredenheid zijn prestaties (veel) te vaak opsomt. Er valt voor mij weinig te genieten als iemand aanbelt en meedeelt dat alles anders is, dat ik fout denk en zegt dat hij de oplossing heeft voor problemen waar ik misschien nog nooit van gehoord heb. Maar hoever moet je deze bescheidenheid laten doorslaan? Ik heb in ieder geval geen idee.

25 september 2010

Vandaag

Vandaag
de verliefdheid
van repliek gediend
gezegd
waar het op staat

Geen gedonder
geen verwarring
geen hemel beloven
en nooit meer iets
van iemand maken
wat zij niet is

Alles stap voor stap
traag
eerst moeten de handen
elkaar maar leren kennen

Het is genoeg geweest
van nu af aan
heeft de liefde
zich te gedragen
zoniet
dan volgen er sancties
afstand
eenzaamheid
cynisme
en marsmuziek

Het is genoeg geweest
zei ik
en de verliefdheid keek me aan
gevaarlijk
aandoenlijk


Stef Bos, Gebroken Zinnen

22 september 2010

Ik (en ik)

Ik, de bij gebrek aan beter
dan maar mezelf zijnde: een soort
De Slegte voor tweedehandse
onverkochte emoties,

ik kwam jou tegen, je was zo lief
voor mijn melancholie, dat soort
reuma van het gevoelsleven,
maar als ik het warmhield,
bijvoorbeeld in jouw armen,
viel het best te harden.

Eigenlijk pasten we zo mooi bij elkaar
dat ik sinds je weggaan een derde
ben geworden.
Ik herinner me na twee jaar nauwelijks wie het is
die jou mist.

Herman de Coninck

21 september 2010

Over en sluiten

Het oudste en ondoorgrondelijkste verschijnsel van alle dat de muzen doet ontwaken, is onbevattelijk. Hoeveel noten mensen ook op hun zang hebben: toont het zich dan is het alsof een onweerstaanbare macht hen overvalt. O zeker: blikken zij later terug op de overval die hen tezamen smeedde, dan roepen zij des te harder dat alles uit henzelf kwam en weten zij vele tot dan toe onopgehelderd gebleven motieven te verklaren. Toch blijven ze in hun stakkerigheid onzeker of er toch niet 'iets van buiten' was waardoor het kwam, zo groot was het. Misschien zijn ze nu, uit elkaar alweer, gelukkiger dan 'toen', misschien ook niet. En wij, hun vrienden, wij hopen dat althans voor hen, wanneer we terugdenken aan toen we voor het eerst merkten dat het al minder ging met ze. Maar blikken de ex-geliefden zélf terug, dan is het naar dat eerste begin waar hun vrienden niet bij waren, en dán beseffen ze dat aan latere 'overvallen' de glans van die eerste, onbevattelijke keer ontbreekt. Een 'eerste liefde' is er niks bij.

Wouter van Oorschot, Verkleed als mens

12 september 2010

Zonder titel

Hoe scherper ik de beelden voor me zie, hoe meer het zich opdringt: dit kan niet waar zijn. Dat mag niet. Je maakt je van elkaar los, je bent weer eenzame figuren in het landschap. Hoe kun je dit punt beleefd hebben en daarna je leven weer hervatten? Is het de bedoeling om nog te janken en te schreeuwen? Hoe gaat het er ook alweer aan toe, het dagelijks leven? Moet ik elke dag acht uur werken? Kan ik in het weekend naar mijn vader? Voer je gesprekken? Ga je roken? Moet ik post ontvangen of versturen? Is er nog voedsel in huis? Moet ik hulp zoeken? Ik zou het willen uitschreeuwen, het leven drukt te zwaar. De telefoon gaat. Nee dank je, alles is in orde. Terug moet ik, naar de werkelijkheid van alledag. Ik ben er nog niet klaar voor. Het zal allemaal nog wel een tijdje doorzeuren. Ik ga op het grote lege bed liggen. ‘Die Sander,’ zei ik, tegen niemand in het bijzonder, ‘wat een mens eigenlijk.’ Het kostte me heel even moeite om niet te lachen.

De eerste uren vielen mee. Ik bekeek alle hoeken van het huis waarin we samen woonden, probeerde de zinnen te herinneren die hij op de verschillende plekken had gezegd. Belandde uiteindelijk bij het bed waar ik weer tranen liet omdat ik nu meer dan ooit wilde dat hij naast me lag. Op het bed zag ik hem voor me zoals hij er in de ochtend uitzag. Zijn vertrouwde postuur, zijn verwilderde haardos, zijn ogen nog moe. Maar na die eerste, melancholieke uren verdween de rust. Ik werd overvallen door een wanhopig makend verdriet en raakte in paniek zoals een kind dat zijn moeder kwijt is op het drukke strand.

Duizend redenen om verliefd te worden veranderen in duizend redenen om uit elkaar te gaan. De wereld kan soms rare kleuren krijgen. De eerste ochtend alleen doe ik mijn ogen open en weer dicht. Het is er weer. Een sudderende pijn die zich schuilhoudt in mijn borstkas en zich langzaam richting mijn hoofd verplaatst. Pijngolven werpen zich omhoog en doven traag, maar voordat het dode punt bereikt wordt, is er alweer een nieuwe nietsontziende stuwing op komst. Ik probeer me op de meest simpele dingen te concentreren. De eerste regels van een gedicht, het verspringen van de klok onderin mijn beeldscherm, desnoods het eindeloos herhalen van hetzelfde woord. Zodra ik ook maar even aan de vorige middag denk, begint het in mijn hoofd weer te stampen en te steken. Als ik mijn ogen sluit wil ik het liefst brullen van ellende.

Dit is het moment waarop de recovery begint. Ik realiseer me dat hij echt weg is en dat het een heel leven zal duren om eroverheen te komen. We zijn nu exact 24 uur verder sinds hij me ook lijfelijk verliet. De uren schuiven voorbij en ik doe er niets mee.

Ik ben moe, ik heb vandaag
je borst tien keer
niet aangeraakt, lieve woorden
niet gezegd, gedacht aan je nagels
in mijn rug die een eeuwigheid achter
mij ligt en waaruit ik vanmorgen
ben opgestaan als uit een bed.

Ik geloof niet dat ik het kan:
niet van je houden. Drinken
en je niet kunnen vergeten,
dat kan ik. En iedere dag een beetje
sterven, zodat het tenslotte slechts
een koud kunstje wordt.

Herman de Coninck, zonder titel

9 september 2010

Verlaat

Je hart klopte warm in
mijn aderen, mijn lijf
werd koud toen het me verliet
mijn hoofd droop leeg op
het kussen waarover
jouw adem vannacht nog streek

Ik droom van de dagen
dat jij nog bij me leek

2 september 2010

Take it from me

What can I compare you to, a favorite pair of shoes?
Maybe my bright red boots if they had wings
Funny how we animate colorful objects saved
Funny how it's hard to take a love with no sting

But come on take it, come on take it, take it from me
But come on take it, come on take it, take it from me (we`ve got a good life)

What can I compare you to, a window the sun shines through?
Maybe the silver moon, a smile rising
The magic of the fading day, satellites on parade
A toast to the plans we've made to live like kings.

I lose my breath despite the air
When the rain falls down I give in to despair
Pink magnolia in winter she doesn't care
if you don't show up to have another cup.

What can I compare you to, when everything looks like you?
I get a bit confused with every Spring
Flowers that bloom your eyes, hummingbirds side by side
My heart won't stay entirely in this rib caging

The Weepies