Strange world

Strange world

17 februari 2011

Gespin

Ik wilde verandering ik was moe
verlangde naar huis en liefst bedompte
danswerelden laten wat ze waren.

Ik zwalkte onder sterren naar
de veilige haven waar in mijn warme
bunker jouw hand mijn wang beroerde

en ik viel voor jou als gouden regen want
ik heb je saffieren sprookjesogen
toch zeker niet gedroomd?

15 februari 2011

Adaptation

Point is, what's so wonderful is that every one of these flowers has a specific relationship with the insect that pollinates it. There's a certain orchid look exactly like a certain insect so the insect is drawn to this flower, its double, its soulmate, and wants nothing more than to make love to it. And after the insect flies off, it spots another soulmate flower and makes love to it, thus pollinating it. And neither the flower nor the insect will ever understand the significance of their lovemaking. I mean, how could they know that because of their little dance the world lives? But it does. By simply doing what they're designed to do, something large and magnificent happens. In this sense they show us how to live - how the only barometer you have is your heart. How, when you spot your flower, you can't let anything get in your way.

Adaptation (2001)

11 februari 2011

My blue eyed problem


Nooit was ver zo ver dat ik ging missen
en nooit was een bestaan zo nabij dat ik
in de spiegel zoek naar een omgekeerde wereld
waarin jij figureert, mijn bed waarin jij slaapt.

Soms mis ik je maar hoe kan het anders.
Al die jaren heb ik je naar het schijnt al
gemist zonder je te kennen; nu pas
weet ik dat ik je niet verzonnen heb.

9 februari 2011

Siberië

Geef me je jas
van bont van teddyberen
leg je arm om me heen
en al je winterkleren
zoen me
tot ik warm word
zoen me
tot ik spin
trek je eigen huid dan uit
stop mij eronder in
Sus me met je hartslag
wij ons wij ons wij ons
maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons

Bart Moeyaert

3 februari 2011

Ouderdom

Onlangs had ik met een vriend onenigheid over het fenomeen ouderdom. Hij was van mening dat oude mensen per definitie een last waren voor de samenleving. Respect opbrengen voor ouderen zat er in zijn geval niet in, en terwijl ik hem mijn rug toedraaide en wegliep om het gesprek niet uit te laten lopen op een onoverkomelijk meningsverschil, besefte ik me dat hij wellicht slechts een van velen was die aan de basis staat van een fundamentele verschuiving in de mate van respect voor ouderen in de samenleving.

Natuurlijk, ook als ik in een bejaardentehuis kom krijg ik een bedrukt gevoel. Merkwaardig is dat ik hetzelfde ervaar als ik een parkeergarage binnenrij. En natuurlijk zie ik de verschillen. Op een parkeergarage staan nooit fraaie namen als ‘Myosotis’ of ‘Amandelboom’. En ik ben uiteraard niet blind voor het grootste verschil: In een bejaardentehuis zitten geen auto’s.
De overeenkomst tussen bejaardentehuis en parkeergarage is in ieder geval het bij elkaar brengen van één bepaalde soort voor één bepaald doel: Het tijdelijk opbergen. Auto’s worden na verloop van tijd weer opgehaald en bejaarden sterven.

Een klein meisje dat met haar moeder voor het eerst in zo’n bejaardentehuis kwam, riep vol verbazing uit: “Van wie zijn al die oma’s en opa’s?” Het verhaal vertelt het antwoord van die moeder niet, dat is ook niet makkelijk te geven. Ze zal gezegd hebben dat in zo’n tehuis allemaal oude mensen zijn ondergebracht die niet zo goed meer voor zichzelf kunnen zorgen. Dat ze nu op tijd eten en drinken, televisie en een kerkdienst krijgen. En dat ze ’s nachts op een knopje kunnen drukken als ze onwel worden. Het is niet onwaarschijnlijk dat ze ook gezegd heeft dat je in deze huidige maatschappij je ouders niet meer thuis kunt hebben (“daar zijn de huizen niet op berekend en dat geeft allerlei wrevel met de kinderen. Als mammie later oud is gaat ze hier ook heen, dat is beter”).

Haar dochtertje zal niet gevraagd hebben “beter voor wie?”, als je zo jong bent is oud wel ver van je bed. Ze zal helemaal niet op de gedachte zijn gekomen dat de maatschappij wel huizen kan bouwen om auto’s heen, drive-inn woningen. Nog wel de beste plaats voor je auto, je hele leven trappen lopen omdat je auto beneden ‘woont’. Voor ouderen lijkt er in normale wijken zelfs geen aangepaste plaats meer. Ze worden verbannen naar tehuizen en daar hebben ze het goed te hebben. Het schijnt bij niemand meer op te komen dat mensen mensen worden en blijven door met iedereen in contact te komen: Jong én oud. De dood kon weleens een taboe zijn omdat het grote sterven zich afspeelt binnen de muren van het bejaardentehuis. Mensen die opwerpen dat je toch niet meer de zorg voor de ouder wordende mens op je kunt nemen zien er niet tegenop elke zaterdag onder hun auto te kruipen om zelfs het laatste minuscule onschadelijke modderspatje weg te vegen.

Natuurlijk zit er iets onredelijks in mijn voorstelling van zaken, maar helaas ook veel waars. Sommige ouderen in tehuizen zijn inderdaad beter af. Ik signaleer alleen dat de maatschappij, wij dus, met oude mensen in de maag zit. De hoofdoorzaak is ongetwijfeld dat ze geen markt meer vertegenwoordigen. Je kunt ze hooguit in de winter nog een reis naar een warm land verkopen. Ze hebben niet zoveel behoeften meer en sparen hun geld liever als nalatenschap. Wij ontlenen in onze wereld steeds vaker de waarde van anderen en onszelf aan botte koopkracht, aan datgene wat wij al gekocht hebben en dus bezitten, en aan datgene wat wij nog gaan kopen. Wij ontlenen steeds minder waarde aan menselijke eigenschappen. Ouderdomswijsheid is een vergeten woord in onze taal. “Naarmate de wereld der dingen in waarde toeneemt, naar die mate neemt de wereld der mensen in waarde af”, schreef Marx. Die manier van denken en handelen heeft een devaluatie van de oude mens veroorzaakt. Godfried Bomans heeft die rampzalige waardevermindering scherp aangegeven: “Vroeger was een oud mens iemand die er bijna was. Nu is het iemand die er bijna geweest is.”

Het echte antwoord op de uitroep van dat meisje is, vind ik: “Die opa’s en oma’s zijn van ons”. Wij mensen zijn uiteindelijk van en voor elkaar. Dat betekent dat wij na moeten denken over een betere en waardiger plaats van de oudere en oude mens binnen onze samenleving, niet geïsoleerd ergens erbuiten.