Strange world

Strange world

26 april 2013

Overwinterhuis


Bij het woord zomerhuis was dit niet het eerste waar je aan dacht. Om te beginnen zag het er helemaal niet zomers uit. De ramen waren smerig en zaten onder het mos, in plaats van dat ze blonken en schitterden in de zon. Ik weet het, het was winter. Maar ook binnen was het niet veel levendiger. Er bevonden zich geen fleurig geschilderde gietijzeren meubeltjes, maar oude kisten en potten met verdroogde verf en vernis die allang niet meer open waren geweest, en beestjes die wegkropen achter stukken hout waarvan niet duidelijk was waarvoor ze ooit hadden gediend. Er had nooit een feestje plaatsgevonden of een buffettafel gestaan, ook was het nooit het decoratieve middelpunt geweest van wat er was overgebleven van de formele tuinen.

Maar wat mij betreft was dat ook nooit het doel van het zomerhuis geweest. Enkele jaren geleden had het gefungeerd als een schuilplaats, een plaats waar we ons terug konden trekken en dromen over het leven wat we eigenlijk zouden willen, maar nooit hadden. Het was een veilige plek om te leren roken, naar muziek uit slechte kwaliteit boxjes te luisteren in de tuin en simpelweg in de verte te staren. Een plek waar we stiekem konden afspreken, ver van de ontzette blikken van onze families.

Goebbels, de kat, zat als een stenen schildwacht op de paal voor het huis, met zijn licht opgezette vacht als maatstaf voor de ijskoude temperatuur buiten. Tussen de vuilnisemmers in de hoek joegen smerige, bruine bladeren elkaar in zanderige cirkels achterna terwijl hij de hoek om kwam. Dat was ook direct het moment dat ik me weer zeventien voelde. We groetten elkaar wat ongemakkelijk en bleven even vertwijfeld staan, voor hij de volgende, heel wat minder krampachtige toenaderingspoging deed. ‘Geef me die kus nou maar’, sprak hij met een jongensachtige grijns, terwijl hij naar voren boog.

Zo dichtbij zag ik zijn gezicht plotseling in alle detail. Het was breder geworden. Toen we zo lang geleden met elkaar optrokken was het smaller geweest, mager bijna. Nu had hij brede schouders en de romp onder zijn trui zag er stevig en gespierd uit. Hij klemde een leren tas onder zijn arm en hield zijn andere hand losjes in zijn zak. Destijds was hij eigenlijk nog maar een jongen geweest en liep ik als jonge vrouw jaren op hem vooruit. Nu leken de rollen omgedraaid. Hij ging me voor naar zijn oude kamer en trok een dekenkist voor het oude kacheltje, dat hij snel aan de praat wist te krijgen. Ik ging zitten, trok mijn benen op, en luisterde naar hoe hij het gesprek hernam dat zoveel jaar terug zo bruut werd afgebroken.

In de ochtend zaten we er nog steeds. Na al die jaren hadden we elkaar teruggevonden – een kort moment van nieuwsgierigheid leidde tot een avond herinneringen ophalen, leidde tot een nacht van elkaar opnieuw ontdekken. We hadden elkaar gemist en wilden elkaar weer vinden op een plek die vanzelfsprekend aanvoelde, die onpartijdig was en ons aan niets deed herinneren. Ik keek nog eens om me heen. Op het moment dat ik er arriveerde, zoveel vroeger deze avond, wist ik al dat de herinneringen snel genoeg zouden terugvloeien. Het zomerhuis van zijn ouders was helemaal niet vrij van gevoelens en emoties. Het was juist een plek waar alles weer zou worden zoals toen.

8 februari 2013

Musk


In de bus was het bedompt en klam, doordat mensen zich er met het natte weer in hadden verschanst, maar ik rook het zodra ik mijn paraplu dichtklapte en binnenrolde. Musk. Terwijl ik een plaats achterin het voertuig zocht spiedde ik om me heen om te ontdekken wie de geur verspreidde, maar kon de bron niet vaststellen. Jammer, want de geur bracht een mooie herinnering terug waarvan ik dacht dat ik hem allang was vergeten.

Ik geloof dat ik een jaar of zeventien was, maar het kan ook eerder zijn geweest. Ik ging in ieder geval destijds nog niet zo vaak op stap.We verzamelden ons in een groep in het park achter mijn huis, of in iemands - ouderloze - woonkamer. We dronken bacardi-cola, apfelkorn, dropshot en passoa, al dan niet met jus. Tegen middernacht stapten we op de fiets richting het enige uitgaanscentrum waar je op die leeftijd terecht kon, en legden de ca. 10 km af alsof het niet zoveel voorstelde. Nog niet zo lang geleden moest ik de route noodgedwongen nog eens afleggen per fiets, maar ik geloof niet dat ik ooit zo op een stuk fietspad heb gezwoegd. Wellicht scheelde het dat we in die tijd flessen sterke drank achterop de fiets meenamen. Bij aankomst waren ze altijd leeg, samen met ten minste een van de banden.

Hoe dan ook, het was zo’n uitgaansgelegenheid waar eigenlijk niet veel aan was, maar waar je uit pure verveling toch veel te lang bleef hangen. Omdat je er vanaf je zestiende al binnen mocht en iedereen in de wijde omgeving dat dus ook deed, was het niet echt gebruikelijk dat je er nog kwam wanneer je de achttien was gepasseerd. De dansvloer was rokerig en afgetrapt en aan de linkerkant van de zaal bevond zich een podiumpje, met geschilderde palmbomen op de achtergrond en een paal in het midden.

Op een van die avonden was ik in behoorlijk beschonken toestand dwars over de dansvloer naar de achterwand van de zaal geschuifeld. Hoe ik hem exact ontmoette weet ik niet, maar ik heb die avond daar urenlang met een jongen doorgebracht. En het bizarre is dat ik me naderhand zijn gezicht nooit heb kunnen herinneren. Wel zijn geur. Musk. Of het dat echt is weet ik niet eens, ik ken de geur niet. Maar het deed me temidden van die groep dansende en zwetende leeftijdsgenoten denken aan groen, aan bos, houtschilfers en mos - een geur die voor mijn gevoel naadloos aansluit bij het woord (of gevoel?) ‘musk’.

Ik had nooit meer aan die schimmige ontmoeting gedacht tot ik het die ochtend rook. Het had zomaar gekund dat een van de jongens in de bus dezelfde was als die avond in de kroeg, 8 jaar geleden en zo’n 150 kilometer verderop, maar al was het zo dan kom ik daar nooit achter. Het houdt me dus al een tijdje bezig hoe het kan dat je van een ervaring die zo intens is, zo weinig kan opslaan. Is dat puur een effect van de alcohol of wil het universum me er iets mee vertellen?

Ik geloof trouwens dat het gebouw inmiddels is afgebrand. Van buiten is dat niet eens direct te zien. Altijd al staken er stukken hout uit de gevel waarvan je geen idee had waar ze voor dienden, en de ruiten waren smerig. Maar het opmerkelijke aan een pand dat in vlammen opgaat is dat die de herinneringen niet verslinden - de plakkerige, rokerige en onbestemde herinneringen van opgroeiende zeventienjarigen die aan de ontzette blikken van hun ouders willen ontsnappen. Op het bot genomen is daaraan ook eigenlijk weinig veranderd.

14 januari 2013

Hello


Hello
It's me again
A whole lot's changed
Since I left and
I don't know, I guess
I felt like checking in

Surprise
You let it ring
Well it's your turn now
To leave me hanging
I don't care I know you love it
When you see me call

I wonder who you're loving now
I'm guessing we won't work things out

You know what they say
You can't have it so you want it back
I'm way past that, believe me
If you could be in my life
like you've been on my mind
It'd be so easy

Hello
It's me again
It's three days now
That you've been in my dreams
And I don't know, I guess
You've just been on my mind
I don't know, I guess
I think about you all the time

I wonder if she's much like me
I wonder if she's what you need

I know I'm to blame
But it kills me that
I made you hate me
Like you've erased me
And I know what they say
They say you will be happier
Better off without me

I'm sure it's hard to see me
I'm sure you don't believe a word
Because you've heard it all before
And we're so far from where we were

Goodbye
I'll let you go
I'll get back to life
And living solo
'cause I know I need a few years on my own


Schuyler Fisk - Hello