Strange world

Strange world

28 augustus 2010

Ontwrichte dobbering

Na enkele confrontaties ontdekte ik dat er in mijn emotionele circuit soms kortsluiting ontstaat. Te vaak word ik ontroerd door reclamespotjes op de tv. Als het gaat onweren raak ik over mijn toeren. Ik stotter soms zonder aanleiding. Als ik niet kan parkeren word ik moordlustig, en mijn favoriete bezigheid is slapen. Ook presteer ik het weleens om te gaan lachen als er ernstige of verdrietige onderwerpen worden aangesneden. Ik begin te lachen en te giechelen en het scheelt weinig of ik sla mezelf op de knieën. Tegelijkertijd ontgaat me vaak de humor van werkelijk grappige dingen.

Het kon niet anders dan dat ik zou opgroeien tot een emotioneel ontwricht persoon. Mijn ouders waren mensen die al jaren niet meer van elkaar hielden maar toch bij elkaar bleven. Het paradoxale is echter dat de boel pas echt escaleerde op het moment dat ze besloten ieder hun eigen pad te gaan. Niet omdat ze werkelijk een diepe haat jegens elkaar koesterden, maar omdat de hervonden eenzaamheid een beangstigende uitwerking had, een gevoel van machteloosheid opwekte zelfs. Op momenten dat je plotseling in het diepe wordt gegooid is het even spartelen en je nieuwe weg zoeken. Tijd speelt daar een cruciale rol in. De ene redt het niet en verdrinkt, terwijl de ander op den duur leert zwemmen. Schoonzwemmen zelfs. En op den duur: reddingszwemmen. Collegamensen helpen die met hetzelfde probleem rondzeulen. Watertrappelen met jarenlange ellende op je rug. Dat wens je niemand toe.

Natuurlijk had ik mijn ouders toentertijd een fijnere kennismaking met het fenomeen relaties toegewenst maar wie ben jij als kind om te bepalen wat goed voor je ouders -en daarmee voor jou- is? Als kind is het gelukkig vaak wel mogelijk om je schaamteloos te onttrekken aan de rauwe emoties om je heen, door snel in je bak lego te duiken of op straat buskruit te gaan spelen. Later in mijn leven, zo tegen de puberteit, ervaarde ik dat het lastiger werd om me overal buiten te houden. Ik had me immers zojuist afgekeerd van de maatschappij en hoefde me dus ook niet meer aan de algemeen geldende normen te houden als het aankwam op bemoeienis met externe zaken. Ware het niet dat ik me rond dat moment ook begon te verdiepen in grote wijsgeren en aan de hand daarvan mijn eigen afgodsbeeld probeerde te scheppen.

Het ergste wat je kan overkomen is geen doel in het leven te hebben, om niets te zijn. Dat had ik ergens gelezen. Mijn bron van wijsheid bestond uit boeken. Mijn ouders zwegen of schreeuwden voornamelijk en mijn docenten twijfelden aan alles, behalve de man die klassieke talen gaf. Hij meende dat Aristoteles overal een antwoord op had. Ik had al besloten dat ik lang niet overal een antwoord op wilde en bovendien, zou ik nu in het wilde weg een doel moeten gaan verzinnen om na te streven? Mijn afstand van de maatschappij had ik al gedaan en het idee dat ik mijn leven zou gaan inrichten aan de hand van een zelf tot leven gewekte fantasie was weinig aanlokkelijk. Dus leefde ik mijn leven zonder daadwerkelijk doelen te stellen en dat bevalt me tot op de dag van vandaag eigenlijk prima, ware het niet dat mijn emoties ook relatief ongecontroleerd hun gang kunnen gaan.

Zelf heb ik het gevoel dat het allemaal niet zo zwart-wit ligt. Dat ik inmiddels behoorlijk heb leren dobberen zonder zwembandjes en dat dat over het algemeen best bevredigend is. Maar je komt er niet bepaald mee vooruit. Laat staan dat je iemand op sleeptouw kunt nemen. Dingen zijn zoals ze zijn en ze bewegen niet overwegend richting het goede of het slechte. Daarmee kan ik mezelf prima redden in tijden van rumoer en ophef. Sommige mensen zijn niet zo. Die kunnen niet tevreden zijn met tevreden zijn en zijn continu op zoek naar de uitersten in het leven. Jagen naar momenten van extreem geluk maar ook een depressie herkennen. Een stabiele basis bestaat in die gevallen niet. Het leven hangt samen van hoogte- en dieptepunten en het grijze gebied wordt omzeild; dat is immers niet bevredigend genoeg. Ieder heeft natuurlijk het recht om zijn leven in te delen zoals hij dat wil, maar in de praktijk blijken beide opvattingen van leven niet te werken.

Feitelijk moet je natuurlijk gewoon doen waar je gelukkig van wordt en in geval van een relatie: waar jullie allebei gelukkig van worden. Dat kan even zoeken zijn naar een geschikte dynamiek, zeker als die geregeld verschuift, maar uiteindelijk maakt het welke inspanning dan ook wél waard. Dat je allebei voldoende vrijheid hebt om te zijn wie je bent maar binnen de relatie ook een twee-eenheid kan en blijft vormen. Hoewel het lastig kan zijn vergt dat wel investering van allebei – en tegemoetkomen aan wensen en behoeften van de ander, ook al begrijp je ze niet.

Geen opmerkingen: