Strange world

Strange world

14 januari 2010

Hij

Onze werelden lagen op armlengte afstand maar raakten nooit met elkaar verweven. Desondanks brachten we uren door met zinloze, klagende, melancholieke gesprekken. Zwaarmoedig gepraat dat ik achteraf liet opdrogen in vermoeiende, trieste gedichten. Net als ik had deze nieuwe jongen een eigen visie op het creëren van iets nieuws. Ik kon wekenlang werken aan één stuk proza, hij nam oneindig veel tijd om zijn muziek te perfectioneren. Ieder nummer was vol van hoop en vertrouwen, en hoewel ik zijn stem nog nooit had gehoord herinnerde hij me aan mijn favoriete artiesten en vulde hij mijn hoofd met wollige, rozige deiningen. Zijn nummers leken op elkaar maar waren zorgvuldig verschillend; sommige opgetekend in ruwe lijnen, andere al veel fijner gecomposeerd. Steeds hetzelfde concept, telkens een beetje anders. Sommige mensen vinden het maar ziekelijk dat je zo lang met iets onbeduidends als schrijven of muziek maken bezig kan zijn. Ik niet. Ik raakte hoe langer hoe meer gefascineerd door zijn persoonlijke geluid. Die deed waar het om ging: dat ene precies goed. We waren gelijken en kenden elkaar niet.

Hij was van een ander kaliber dan mijn soort studenten en had absoluut geen gevoel voor de afstandelijkheid waarin ik mijzelf vaak verpakte. Hij steunde mij wanneer ik me treurig voelde en verwerkte in stilte zijn eigen verdriet. Het viel mij op hoe groot de zorg was waarmee hij sprak over de problemen die ik had gehad in mijn relatie en zijn eigen probleem met een paar luchtige woorden van tafel probeerde te vegen. Hij wilde er best over praten en zijn verhaal raakte me, maar minstens net zo vaak kon ik alleen maar zelf invullen welke gevoelens zich achter zijn zorgvuldig gekozen woorden schuilhielden.

Het waren lange, koude wintermaanden gevuld met fletse, sidderende winterzonnetjes. De mussen vielen niet van hitte maar van vrieskou van het dak, wat toch zelden voorkomt in ons deel van de wereld. Ik woonde in een klein kamertje. Het was er koel en ik had geen geld om ergens naartoe te gaan dus ik bleef binnen. Ik las, sliep, at. Schaatsen en schansspringen op tv. Nooit begrepen wat mensen eraan vonden tot ik het zelf ontdekte. Er was werkelijk niks aan. Bij het skispringen verheugde ik me op de strakke pakken, bij het schaatsen op de valpartijen. Ik maakte lange, koude wandelingen. De cafés waar ik weleens kwam, zaten bomvol mensen die warmte zochten dus ik zocht mijn vertier aan de rand van de stad. Ik wandelde van biertje naar wijntje naar iets sterkers en kreeg een zekere passie voor de buitenkant van de stad. De oude arbeiderswijken waren voor een groot deel ingenomen door buitenlanders. Schimmelluchten uit oude vochtige kelders mengden zich met voorzichtige exotische geuren die door open ramen de besneeuwde straten in dwarrelden. Ik luisterde naar de kakofonie van vreemde talen. Terwijl de kinderen sneeuwpoppen bouwden, werkten hun moeders in de keuken en verzamelden hun vaders zich in de cafés. Ik werd vriendelijk verwelkomd in de wat rustigere gelegenheden. De drankprijzen lagen aanzienlijk lager dan in de binnenstad. Ik liep van Turkije naar Griekenland, via Spanje naar huis. Wat hij doormaakte en hoe we op elkaar leken kon ik moeilijk van me af zetten.

Hij kende de grote literaire liefdesdrama’s en was bekend met de meest bijzondere romantische films. Mooie, geheime minnaressen van de helden had hij in zijn dromen als een ervaren minnaar liefgehad, de werkelijkheid liet een jong boompje zien waar wel leven in zat, maar waarvan elk ontluikend blaadje telkens consequent leek te worden afgerukt. De enkele vriendinnen die zijn levenspad kruisten, hielden het op een bepaald punt voor gezien. De meisjes die voor hem vielen, waren nooit de meisjes die hij leuk vond. Die waren afstandelijk en mooi, waarbij die tweede eigenschap werd versterkt door de eerste. Misschien had hij te veel muziek gehoord waarin werd verteld dat mooie liefde moeilijk en pijnlijk was. Misschien zocht hij de illusie van volmaakte schoonheid. Hoe dan ook, als hij zo’n meisje tegenkwam liep het uit op een fiasco. In de buurt van zo’n meisje werd hij zich plotseling bewust van zijn tekortkomingen en de gedachte dat sommige meisjes soms wel vallen voor onzekere mannen was een laatste maar zwakke strohalm. Maar mocht zo’n meisje dan onverwacht toch vriendelijk naar hem glimlachen dan wist hij zeker dat ergens iemand hem ongenadig stond uit te lachen.

Ik had nog geen zin om naar bed te gaan. Het was een mooie dag geweest en we vonden dat we die dus best nog even mochten rekken. Het werd erg laat, maar we hielden vol. Was de dag begonnen met hem, hij zou er ook mee eindigen. We spraken over een reis, we hadden allebei behoefte de recente gebeurtenissen te overdenken. We zagen op tegen de lange, donkere winter. Het kon niet ver genoeg zijn. Weg van ex-vriendjes en –vriendinnetjes, weg van de studie, weg van alles wat het leven vulde omdat het nu eenmaal gevuld moest worden. En dan opnieuw geboren worden op een speciaal voor hem en mij nog te ontdekken planeet. Ik sprak de belofte uit om samen op reis te gaan als ik de jackpot won van een lopende schrijfwedstrijd. Het idee nestelde zich en mijn hoofd werd gevuld met de geur van een heerlijke vakantie. Ik besloot dat ik me erop verheugde.

1 opmerking:

Sjors zei

Hee :)
Ik dacht: eens even doorklikken via Last.FM, en dan kom je dit tegen. Je bent m'n nieuwe held, ik hoop dat je 't niet erg vindt ;)
Groeten,

Sjors