Strange world

Strange world

20 april 2010

Logboekhalfuurtje: Balkon

Twee postbodes op de fiets, een oudere dame en een jong meisje.
Een meisje in blauwe trui op fiets met te hoog zadel.
Een man met bril, blauw shirt dat gespannen staat door de dikke buik. Komt vijf minuten later weer voorbij.
Een oud vrouwtje in een blauwe Mercedes die zes pogingen nodig heeft om vooruit in te parkeren.
Bomen die met dit mooie weer weer in bloei staan.
Een lelijke beige Opel die niet in het parkeervak past. Een vrouw van midden veertig, gekleed in voornamelijk leer stapt uit.
Een kindje in geel jurkje en roze panty’s komt met verjaardagshoedje schuin op haar hoofd de hoek om gerend. Even later volgen twee vrouwen die verdachte gelijkenis vertonen. Ze stappen in een oerlelijke geelbruine autotank.
Een oude turkse man met 1 arm die moeilijk loopt, steunend op zijn wandelstok.
Een exact dezelfde Mercedes als die van het oude vrouwtje die aan komt rijden en in een keer achteruit inparkeert, is daarmee nog eerder klaar dan het oude vrouwtje.
De man met de stok is nu aan het eind van de straat en lijkt steeds langzamer te lopen.
Een getint meisje met goudkleurige tas loopt op flink tempo de hoek om.
De zon weerkaatst in het rode achterlicht van een van de geparkeerde auto’s en doet pijn aan mijn ogen.
Sander komt een kus geven en ik instrueer hem hoe de witlof in de oven moet.
Een wit bestelbusje van Crepa Service komt de straat binnengereden.
De zon schijnt plotseling verdacht fel.
Sander plukt wat blaadjes van de rozemarijn.
De roeken op de daken aan de overkant zijn nog steeds fanatiek bezig met het bouwen van hun nesten in de schoorstenen.
Een felblauw klein autootje komt voorbij gescheurd.
De klimop bij de buren begint uit te dijen.
In graffiti staat er stoned tussen andere onleesbare krabbels op de muur.
De blauwe Fiat Cinquecento, die door een onbekende onlangs flink toegetakeld is, staat tussen twee lege vakken geparkeerd, een blaadje achter de ruit met de vraag wie de dader is.
Ik tel vier rode, zeven zwarte, twee beige, twee paarse, vier blauwe, een oranje en drie grijze auto’s en een witte bestelbus op de parkeerplaats.
Twee groenbakken zijn aan de straat gezet.
Een lichtrode auto komt traag voorbij.
Een mevrouw met een hoofddoekje komt naar buiten om iets uit de achterbak van haar auto te halen, gaat dan weer naar binnen.
De lichtrode auto komt achteruit weer terug de parkeerplaats op. Een blond meisje in lelijk trainingspak stapt uit en loopt naar een geparkeerde auto waar ze iets uithaalt. Ze gaapt.
Een donkere jongen met dreadlocks struint met zijn handen in zijn zakken voorbij.
De rode auto schakelt lomp en hoorbaar, rijdt dan weg.
Een man op een fiets, met een koffertje achterop gebonden komt voorbij gefietst. Hij ziet er vermoeid uit.
Ik bedenk me dat mijn thee koud staat te worden en neem een slok.
Nog acht minuten.
Het valt me op dat een boom echt totaal kaalgesnoeid is. Een boom in de tuin onder me krijgt roze bloemetjes. Ik word er vrolijk van.
Ik kijk neer op beestjes die onder me voorbij vliegen.
Een zwarte BMW rijdt plotseling geluidloos weg.
Een witte bestelbus van Van Amelsvoort Schilderwerken komt de straat in, rijdt achteruit de stoep op en verdwijnt uit mijn gezichtsveld.
Een zwarte kat loopt doelloos van auto naar auto. Reageert niet echt wanneer ik rare geluidjes maak om zijn aandacht te trekken.
Sander komt naar buiten.
We eten.
Het wordt koud op het balkon en ik ga naar binnen.

Mood: Content

Geen opmerkingen: